Deze verkiezing bestaat niet uit verschillende soorten.
Het gaat steeds om een en dezelfde verkiezing van allen die zalig worden,
zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.
De Schrift leert ons namelijk dat er maar één welbehagen,
voornemen en besluit van Gods wil is. a
Daardoor heeft Hij ons van eeuwigheid verkoren tot Zijn genade, heerlijkheid en zaligheid.
En tot de weg naar de zaligheid, die Hij voor ons toebereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. b
De Dordtse Leerregels spreken vaak over ‘ons’ en ‘wij’, bijvoorbeeld in H1, par. 15 over ‘onze verkiezing’. Dit is een bewuste formulering, in overeenstemming met de spreekwijze uit Bijbel: omdat Hij ons voor de grondlegging van de wereld heeft uitverkoren in Hem (Ef. 1:4). De Bijbel en de evangelieverkondiging wordt in de Dordtse Leerregels gezien als de levende stem van God, gericht tot ‘u’ en tot ‘ons’. In de verkondiging spreekt God rechtstreeks tot ons, dat hij voor een ieder van ons een weg gebaand heeft tot de genade en zaligheid. Het blijft om een relatie gaan, tussen God die spreekt en iedereen die de evangelie boodschap hoort (‘ons’) als aangesprokenen. Hiermee wordt voorkomen dat mensen zich als ‘stokken of blokken’ (willoze objecten) voelen. Zelfs de verharding is dan een ‘nee’ tegen de persoonlijk aangezegde genade van God. Ook de Heidelbergse Catechismus heeft in vraag 18 en 19 dezelfde spreekwijze: uit het evangelie weten we dat Christus 'ons' geschonken is.
Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft de HEERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken. Deuteronomium 7:7
Daarom moet u weten dat het niet vanwege uw gerechtigheid is dat de HEERE, uw God, u dit goede land geeft om het in bezit te nemen, want u bent een halsstarrig volk. Deuteronomium 9:6
Omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil. Efeze 1:4-5
Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. Efeze 2:10
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.