Paragraaf 1 Gods rechtvaardigheid eist dat onze zonden gestraft worden

God is niet alleen volkomen barmhartig,
maar ook volkomen rechtvaardig. a
Nu heeft Hij Zich in Zijn Woord zo geopenbaard dat Zijn gerechtigheid eist
dat onze zonden, die tegen Zijn oneindig hoge majesteit begaan zijn,
niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen
aan ziel en lichaam gestraft worden.
Deze straffen kunnen we niet ontgaan,
tenzij aan de gerechtigheid van God genoeg gedaan wordt.

Met toestemming overgenomen uit: De Dordtse Leerregels, een hertaling; dr. W. Verboom, 2018, KokBoekencentrum Uitgevers.

Bewijsteksten

a

Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht. Exodus 34:6-7

En het is met de gave niet zoals het was door de ene die zondigde. Want de veroordeling leidde ten gevolge van één overtreding wel tot verdoemenis, maar de genadegave bij vele overtredingen tot rechtvaardiging. Romeinen 5:16

Want allen die uit de werken van de wet zijn, zijn onder de vloek. Er staat immers geschreven: Vervloekt is ieder die niet blijft bij alles wat geschreven staat in het boek van de wet, om dat te doen. Galaten 3:10

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren