Die het onderscheid tussen de verwerving van de genade door Christus
en de toe-eigening daarvan (door de mens) gebruiken
om argeloze en onervaren mensen te laten geloven
dat God de weldaden die door de dood van Christus verkregen worden,
aan alle mensen in gelijke mate heeft willen schenken.
Het feit dat sommige mensen delen in de vergeving van de zonden en het eeuwige leven,
maar anderen niet, hangt dan af van hun eigen vrije wil,
die zich aansluit bij de genade, die aan iedereen zonder onderscheid wordt aangeboden.
Dat zij zich de genade toe-eigenen,
is dan niet meer afhankelijk van het feit dat God hen doet delen in de bijzondere gave van Zijn barmhartigheid.
Zij eigenen zich dan die gave, die krachtig in hen werkt, boven de andere mensen toe.
Zij doen het voorkomen dat het onderscheid dat zij maken
tussen de verwerving en de toe-eigening van genade een gezonde opvatting is.
Ondertussen trachten zij de mensen het verderfelijk vergif van pelagiaanse dwalingen toe te dienen.