Het geloof is dus een gave van God. a
Niet omdat het door God aan de vrije wil van de mens wordt aangeboden,
maar omdat het daadwerkelijk (aan) de mens wordt geschonken,
ingegeven en ingegoten.
Het is ook niet zo dat God alleen het vermogen om te geloven aan de mens geeft
en vervolgens de instemming of het daadwerkelijk geloven van de vrije wil van de mens verwacht.
Nee, God, Die zowel het willen als het volbrengen, b
ja alles in allen werkt,
brengt zowel de wil om te geloven als het geloof zelf in de mens tot stand.
Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God. Efeze 2:8
Want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen. Filippenzen 2:13
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.