Verwerping 8 Verwerping van de dwaling: De wedergeboorte door God kun je als mens weerstaan

Die leren: dat God bij de wedergeboorte niet zulke krachten van Zijn almacht gebruikt
dat Hij daardoor de wil van de mens krachtig en onfeilbaar ombuigt tot geloof en bekering.
Zij leren in plaats daarvan:
Als God heel Zijn werk van genade om de mens te bekeren volbracht heeft,
dan kan de mens alsnog het voornemen van God
en van de Heilige Geest om hem wedergeboren te doen worden, weerstaan.
Dat doet hij in de praktijk dan ook vaak,
zodat hij dan zijn wedergeboorte helemaal tegenhoudt.
Het hangt dan uiteindelijk van de mens zelf af of hij wedergeboren wordt of niet.

Dit betekent niets anders dan dat alle kracht van Gods genade uit onze bekering wordt weggenomen.
Het werk van de almachtige God wordt onderworpen aan de wil van de mens.
Dit is in strijd met wat de apostelen leren:
Aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht (Ef. 1:19);
en: Dat onze God u de roeping waard acht en Hij al het welbehagen van Zijn goedheid
en het werk van het geloof met kracht volbrengt
(2 Thess. 1:11);
en: Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken
wat tot het leven en de godsvrucht behoort (2 Petr. 1:3).

Met toestemming overgenomen uit: De Dordtse Leerregels, een hertaling; dr. W. Verboom, 2018, KokBoekencentrum Uitgevers.
hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren