Die leren: Dat Christus voor diegenen,
die God ten hoogste liefheeft en ten eeuwigen leven heeft verkoren,
niet heeft kunnen noch moeten sterven, en ook niet gestorven is,
naardien dezulken den dood van Christus niet van node hebben.
Want zij wederspreken den apostel, die zegt:
Christus heeft mij liefgehad en heeft Zichzelven voor mij overgegeven (Gal. 2:20).
Insgelijks: Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods?
God is het, Die rechtvaardig maakt.
Wie is het, die verdoemt?
Christus is het, Die gestorven is (Rom. 8:33-34), namelijk, voor hen;
en den Zaligmaker, Die zegt: Ik stel Mijn leven voor de schapen (Joh. 10:15);
en: Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt,
gelijkerwijs Ik u liefgehad heb.
Niemand heeft meerder liefde dan deze,
dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden (Joh. 15:12-13).