Gelijk het met het licht der natuur toegaat,
zo gaat het ook in dezen toe met de wet der tien geboden,
van God door Mozes den Joden in het bijzonder gegeven.
Want nademaal deze de grootheid der zonde wel ontdekt
en den mens meer en meer van zijn schuld overtuigt, a
doch het herstellingsmiddel daartegen niet aanwijst,
noch enige krachten toebrengt om uit deze ellendigheid te kunnen geraken,
en omdat zij alzo, door het vlees krachteloos geworden zijnde,
den overtreder onder den vloek blijven laat,
zo kan de mens daardoor de zaligmakende genade niet verkrijgen. b
Het doel van de wet voor ongelovigen is om hen tot kennis van de zonde te brengen (Rom 3:20 en HC vr. 3). De wet ontdekt de mens aan de grootheid van zijn zonde en overtuigt hem meer en meer van zijn schuld. Maar de wet wijst geen geneesmiddel of oplossing aan. Daarom kan de mens door de wet de genade niet verkrijgen. Ellendekennis is alleen nodig om ons te laten verlangen naar verlossing, maar het is geen voorwaarde of doel in zichzelf. Het einddoel van de wet is Christus (Rom. 10:4). De kanttekeningen in de Statenvertaling zeggen over deze tekst: Het oogmerk waarom de wet door Mozes is gegeven, is opdat de mensen (..) tot Christus en Zijn rechtvaardigheid hun toevlucht zouden nemen.
Overigens leren de Dordtse Leerregels nergens dat ellendekennis een voorwaarde is of dat het een ongelovige geschikter maakt voor de verlossing. Het begrip ellendekennis wordt zelfs niet eens genoemd.
En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. Romeinen 7:10
Is dan het goede mij de dood geworden? Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; opdat zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde boven mate werd zondigende door het gebod. Romeinen 7:13
Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. Romeinen 8:3
Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij. Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde. Romeinen 3:19-20
Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. En indien de bediening des doods in letteren bestaande, en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden. 2 Korinthe 3:6-7