Verwerping 5 Verwerping van de dwaling: De overgebleven gaven kan een mens gebruiken om bij het heil te komen

Die leren: Dat de verdorven en natuurlijke mens de gemene genade
(waardoor zij verstaan het licht der natuur), of de gaven,
hem na den val nog overgelaten,
zo wel gebruiken kan, dat hij door dat goed gebruik een meerdere,
namelijk de evangelische of zaligmakende genade
en de zaligheid zelf allengskens en bij trappen zou kunnen bekomen.
En dat in dezer voege God Zich van Zijn zijde betoont gereed te zijn,
om Christus aan alle mensen te openbaren,
naardien Hij de middelen, die tot de bekering nodig zijn,
genoegzaam en krachtig aan allen toedient.

Want benevens de ervaring van alle tijden
betuigt ook de Schrift dat zulks onwaarachtig is:
Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israël Zijn inzettingen en Zijn rechten.
Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet (Ps. 147:19-20).
God heeft in de verleden tijden
al de heidenen laten wandelen in hun wegen (Hand. 14:16);
en: Zij (te weten Paulus met de zijnen) werden van den Heiligen Geest
verhinderd het Woord in Azië te spreken;
en aan Mysië gekomen zijnde, poogden zij naar Bithynië te reizen;
en de Geest liet het hun niet toe (Hand. 16:6-7).

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren