Die leren: Dat de ware gelovigen en wedergeborenen kunnen zondigen
de zonde tot den dood, of tegen den Heiligen Geest.
Dewijl dezelfde apostel Johannes,
nadat hij in het vijfde hoofdstuk van zijn eersten Zendbrief, vers 16 en 17,
van degenen, die tot den dood zondigen, gesproken had,
en verboden had voor hen te bidden, terstond in het 18e vers daarbij voegt:
Wij weten, dat een iegelijk die uit God geboren is; niet zondigt,
(versta: met zulke zonde); maar die uit God geboren is,
bewaart zichzelf, en de boze vat hem niet (1 Joh. 5:18).