Die leren: Dat Christus nergens gebeden heeft,
dat de gelovigen in het geloof onfeilbaarlijk zouden volharden.
Want zij wederspreken Christus Zelf, Dewelke zegt:
Ik heb voor u gebeden, Petrus, dat uw geloof niet ophoude (Luk. 22:32),
en den evangelist Johannes, die getuigt, dat Christus niet alleen voor de apostelen,
maar ook voor al degenen, die door hun woord geloven zouden, gebeden heeft:
Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam;
en: Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt,
maar dat Gij hen bewaart van den boze (Joh. 17:11, 15, 20)