De Dordtse Leerregels zijn in 1619 opgesteld. 400 jaar later worden deze Leerregels nog steeds gebruikt door veel Nederlandse en buitenlandse kerken. Kom meer te weten over het ontstaan van de Dordtse Leerregels.
In 1610 was Nederland in oorlog met Spanje; de Tachtigjarige Oorlog. Het was net een jaar rustig, omdat er een wapenstilstand overeen was gekomen die 12 jaar zou duren. In vredestijd na een uitputtende oorlog kwam er nieuwe onrust in Nederland. Een godsdienstconflict tussen twee hoogleraren in Leiden over de vrije wil en de uitverkiezing leidde bijna tot een burgeroorlog.
Het conflict wordt vaak uitgelegd aan de hand van de volgende tegenstelling: Heeft God mensen uitgekozen omdat zij geloven? Of geloven mensen omdat ze zijn uitgekozen door God? De Leidse hoogleraar Jacobus Arminius gaf het eerste antwoord, zijn collega hoogleraar Fransicus Gomarus het tweede. Ze raakten begin 1600 in een groot conflict over de vraag: zijn mensen uitverkoren òmdat ze geloven (remonstranten) of zódat ze geloven (contraremonstranten)? Beide hoogleraren kregen medestanders achter zich. Medestanders van Arminius noemden zich de remonstranten of Arminianen en de andere groep noemden zich de contraremonstranten of Gomaristen.
Een 'protestantie' is een verzoekschrift van protestanten gericht aan de overheid om bescherming tegen maatregelen die hen treffen. In Nederland raakt de term 'remonstrantie' in gebruik. In 1610 schrijven 44 Remonstrantse predikanten zo'n remonstrantie aan de staten van Holland en West-Friesland. In navolging van Arminius hadden zij een aantal bezwaren tegen de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus. Deze twee belijdenisgeschriften vormden toen de belijdenisgeschriften van de Nederlandse kerk. In hun brief vermelden ze niet welke bezwaren ze hadden, maar ze hielden het positief: ze meldden juist wat ze wel geloofden over vijf onderwerpen waarvan zij van mening verschilden met de rest. Hun remonstrantie werd bekend als 'de vijf artikelen'.
De remonstranten wilden graag een synode om de belijdenisgeschriften op een aantal punten te herzien. Voor zo'n herziening is een nationale synode nodig. Pas acht jaar later in 1618 lukt het prins Maurits, de opperbevelhebber van het leger, om de provincies en de kerk te overtuigen om zo'n synode bijeen te roepen. In een tijd van oorlog wilde Maurits geen godsdienstconflict die het land verdeelde, maar eenheid. Hij liet ook de belangrijkste politieke remonstranten gevangen zetten. Zoals Hugo de Groot, die bekend werd omdat hij in een boekenkist uit slot Loevestein wist te ontsnappen. Johan van Ornebarneveld liet hij onthoofden. Er speelden daarom bij de synode ook zeker politieke motieven; Maurits wilde eenheid in Nederland tegen elke prijs.
In het najaar van 1618 begint de (inter)nationale synode in Dordrecht. Naast afgevaardigde dominees per provincie zijn er ook politieke vertegenwoordigers van de Staten-Generaal aanwezig en 23 buitenlandse theologen uit diverse landen. De remonstranten kregen geen gelijkwaardig gesprek over hun 5 artikelen, zoals ze wilden. In plaats daarvan waren ze op de synode de beklaagde partij, zoals bij een rechtzaak. Vanaf het begin gingen ze daarom het gesprek over hun artikelen uit de weg en vertraagden en frustreerden ze anderhalve maand het proces. Uiteindelijk kon de voorzitter Johannes Bogerman niets anders doen dan hen weg sturen van de synode. De synodeleden zijn toen zelf maar aan de slag gegaan om uit de geschriften van de remonstranten te bepalen wat besproken moest worden. De remonstranten werden door de contraremonstranten op de synode unaniem veroordeeld. Hun leer was een dwaling die niet overeen komt met de Bijbel. In de Dordtse Leerregels is de veroordeling schriftelijk vastgelegd.
De synode wilde niet alleen bepaalde standpunten van de remonstranten afwijzen, maar ook positief opschrijven wat ze wel geloofden. De volgorde is hetzelfde als bij de 5 artikelen van de remonstranten. Per hoofdstuk wordt eerst uitgelegd wat de Nederlandse kerk wel gelooft en pas daarna welke visies worden afgewezen. Tegen artikel 3 hadden de synodeleden geen bezwaar. Daarom zijn hoofdstuk 3 en 4 samengevoegd om de structuur hetzelfde te houden. Eigenlijk zijn de Dordtse leerregels niet geschreven als derde belijdenisgeschrift, maar als een extra uitleg over bepaalde punten uit de Nederlandse geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus. Uiteindelijk werden de Dordtse Leerregels wel het derde belijdenisgeschrift van de Nederlandse kerken.
In 2018 is er een betrouwbare hertaling van de Dordtse Leerregels verschenen door dr. W. Verboom, emeritus hoogleraar en predikant in de PKN (Gereformeerde Bond). De uitgave bevat ook diverse kanttekeningen, die bepaalde woorden of gedachten uit die tijd helder uitleggen.